Intussen vecht Oekraïne door
Terwijl de aandacht van de wereld vooral is gericht op het naderende Israëlische offensief tegen de Palestijnse organisatie Hamas in de Gazastrook (niet groter dan twee Texels of iets kleiner dan Luxemburg) vechten het Rusland van president-dictator Poetin tegen het democratische Oekraïne door.
Vijftien maanden na de Russische inval vrezen de Oekraïners vooral dat de aandacht nog meer verflauwt voor hùn oorlog, voor hùn strijd voor vrijheid en democratie. En dat met het naderen van de winter Rusland daarvan kan profiteren.
Zover is het nog niet. Rusland blijft in het defensief ondanks de bloedige tegenstoten. Wel is het de Oekraïne na zes maanden tegenoffensief duidelijk geworden dat een herhaling van 2022 er niet in zit. Toen liep de Russische aanval vast. Werden de strijdkrachten teruggedrongen. Bovendien heroverde Oekraïne grote steden als Charkov in het noorden en Cherson in het zuiden.
Maar het grote doel, de bevrijding van al het grondgebied, is nog ver weg. De belangrijke Donbasregio en het schiereiland De Krim zijn nog vast in Russische handen.
Meter voor meter, komen de Oekraïense strijders vooruit, ten koste van honderden, duizenden jonge mensen die hun leven voor het land geven. Strategische doelen worden onder vuur genomen. Een grote doorbraak willen zij forceren. Koste wat kost.
Helaas, voor Oekraïne is Rusland ditmaal beter voorbereid. Mijnenvelden zijn schier onneembare obstakels. Ook is het land niet te beroerd om raketten en drônes op dichtbevolkte gebieden te richten. Om de infrastructuur te vernietigen. De economie plat te leggen. Om angst aan te jagen. Om het vertrouwen van de vijand te ondermijnen.
Ongetwijfeld ziet Poetin een extra kans nu de aandacht van Oekraïnes bondgenoot de Verenigde Staten is afgeleid. Immers, ook Israël verdient zijn steun. Veel hoeft er niet te gebeuren om meegesleept te worden in een grotere oorlog. Hoe mooi zou dat niet zijn?