Juist de EU maakt Poetin bang

De Russische president  Poetin heeft er geen problemen mee als Oekraïne lid wordt van de Europese Unie. “Elk land”, voegde hij eraan toe, “heeft het recht zich aan te sluiten bij een economische alliantie”. Poetin zei dit gisteren op de jaarlijkse vergadering van het  Internationale Economische Forum in St. Petersburg, op dezelfde dag dat de Europese Commissie bekendmaakte dat zij positief staat ten aanzien van de Oekraïense aanvraag.De uitspraak van de Russische president kan een geruststelling zijn. Tegelijk rijst de vraag naar de werkelijke bedoeling van Poetins opmerking. “Zou hij een opening willen maken voor vredesonderhandelingen”?

Hoe het zij, naar buiten toe is de Russische president vooral gebeten op de NAVO. Voor Rusland is het Oekraïense lidmaatschap een absoluut taboe, heeft hij meermalen laten weten. Maar of Poetin met zijn opmerking het achterste puntje van zijn tong heeft laten zien, moet toch betwijfeld worden.   Als is het maar omdat de EU méér is dan de in 1957 begonnen Europese Economische Gemeenschap. Zelfs streven de volgelingen van de Europanen van het eerste uur naar de vorming van een federale staat.

Juist het EU-lidmaatschap van de broederstaat Oekraïne moet de Russische president zorgen baren. Immers, aan dat lidmaatschap zijn ook westerse waarden als democratie, rechtsstaat, en individuele mensenrechten verbonden. De vestiging van opnieuw een democratische buurstaat zal hij als de ware bedreiging voor zijn regime ervaren. Ze bezorgt hem allang angstdromen.