Overal doemen rotte plekken op
In 1954 schreef de vermaarde Canadees-Amerikaanse econoom, J.K. Galbraith The Great Crash, 1929. Er zijn weinig studies die zo’n verhelderend beeld geven over de instorting van Wall Street en de rol die bankiers, handelaren en politici daarbij speelden.
Galbraith: “Tijdens de crisis komen de rotte plekken naar boven. Dan ziet de buitenwereld, hoe het spel gespeeld wordt en wie verantwoordelijk is. Worden touwtjes strakker aangetrokken ”. Overbodig om te vermelden dat Galbraith’ vaststelling zich bij de crisis van 2008 opnieuw bewijst.
Hoewel de financiёle markten overuren draaien en de handelaren feest vieren, is de crisis geenszins voorbij. De dieptepunten mogen overwonnen zijn, de topsalarissen en aandelenkoersen naar ongekende hoogten reiken, er zijn te veel onzekerheden.
Denk daarbij aan de werkloosheid, de grote groepen die achterblijven, de schuldenkwesties. Onzekerheden werken door in de politieke realiteit, in de Verenigde Staten, in Europa. Het Midden-Oosten staat in vuur en vlam. Het is zo’n tijd waarin democraten zwak en dictators sterk lijken.
Intussen trekken de leiders de touwtjes steeds strakker aan. De controle moet immers beter. Maar waar je ook kijkt, overal doemen rotte plekken op als onkruid in de tuin.