Rode Piet is volgend jaar gewoon
Zelden zo lang met Sinterklaas bezig geweest. Het begon in oktober Pauw en Witteman, toen actievoerder Quinsy Gario zich tegen Zwarte Piet keerde, en tegenover zich vond een almaar woedender Henk Westbroek, de kandidaat-burgemeester van Utrecht.
Maar niet alleen de autochtoon Westbroek was in zijn wiek geschoten. Zelden bleek de Nederlander zo beledigd. Hoe kon het ook anders? Immers, hij is tolerant, onschuldig. Met name van het verwijt dat Zwarte Piet een racistisch fenomeen is, een stereotiep, wil hij niet weten. “Ik heb daar zelfs nooit over nagedacht”, was de meest gehoorde maar wellicht niet zo sterke reactie.
Intussen is Westbroek allang kandidaat-burgemeester af. Viert Sinterklaas zijn 486ste verjaardag. En nog wil het rumoer niet stoppen. Zwarte Piet zou pas 163 wezen, maar het is duidelijk dat hij de langste tijd heeft gehad. Actievoerder Quinsy Gario heeft de tolerante Nederlander het masker van de onschuld afgerukt.
Toegegeven, we stribbelen tegen, kunnen het maar moeilijk vatten. Neem Paul Jansen, de politiek commentator van De Telegraaf die zijn gram haalt op de klagers over de Gordongrappen. “Sneuneuzen”, laat de best ingevoerde Haagse journalist zich kennen in zijn column van dinsdag 3 december. Overal graaien Zwarte Pieten in jutezakken. Op scholen is niets aan de hand.
Maar ondertussen. Besmuikt stoot het witte jongetje zijn zwarte vrindje aan. Vraagt: “Leuk hè”? “Nee”, antwoordt de ander, “ik vind er niets aan”! De scholen kunnen er niet onderuit: Volgend jaar zullen de Rode, Witte, Groene en Blauwe Pieten gewoon zijn.
Waarom dat dit jaar niet kon? Welnu, dat heeft met de trots van een land te maken.