Rusland rekent op einde schorsing

Vorig jaar schorste de VN-Mensenrechtenraad Rusland vanwege de inval in Oekraïne. Gisteren nog sloegen Russische raketten in op het dorpje Hroza. Tweeënvijftig doden. Geen militair belang. Een oorlogsmisdrijf.  Maandag 10 oktober, verwachten waarnemers, zal  dezelfde Mensenrechtenraad de schorsing ongedaan maken.

Om dat voor elkaar te krijgen, heeft de Russische regering alles op alles gezet. Zij zal het verwachte resultaat vieren als een morele maar daarom niet minder grote overwinning op het Westen. Als een groot succes, een bewijs van president Poetins kracht.De vraag is alleen, hoe het Rusland van Poetin erin geslaagd is een meerderheid van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties achter zich te krijgen.  Immers, het gaat om het toezicht op de naleving van mensenrechten. Toetreding is voorbehouden aan de landen die de hoogste normen van bevordering en bescherming van mensenrechten naleven.

“Maar“, verwoordde de Russische VN-ambassadeur, Vassili Nebenzja, de opvatting van zijn opdrachtgever”, “de Mensenrechtenraad is er niet om politieke rekeningen te vereffenen. De schorsing is niet meer dan een zoveelste bewijs van hypocrisie. Een onvriendelijk gebaar”.

Een beetje democraat zal het zijne/hare denken van het Russische betoog. Niettemin heeft de Russische topdiplomaat wel een punt. In elk geval kan hij verwijzen naar het lidmaatschap van landen als China en Saoedi-Arabië. Zich afvragen waarom de inval in Oekraïne een reden voor schorsing zou zijn. Alsof Rusland nu een ander land is dan pakweg drie, vier of zelfs vijftien jaar geleden. Dus: “Nee,  kansloos zal ik maandag niet zijn”, weet zijn politieke baas in het Kremlin wel zeker.