Somberte is op drijfzand gebaseerd
Zo lang geleden is het niet dat het democratisch liberalisme triomfeerde. De communistische Sovjetunie was ingestort. Dood en begraven. De Muur bleek verdwenen. En Francis Fukuyama toonde in The end of history aan dat er geen terug was.
Mooie, blije jaren waren dat, die van 1989, 1990, 1991. Het Westen had in de Sovjetleider Michail Gorbatsjov een grote vriend. Ook met diens opvolger Boris Jeltsin kon het prima zaken doen. Ach ja, de man dronk wel eens een drupje te veel. Maar so what?Maar zo vrolijk en hoopvol als de periode voor het Westen was, zo onrustig en ongemakkelijk waren die dagen voor de bevolking van het toenmalige Sovjetimperium. Democratie en vrijheid zouden hun werk doen, meenden de westersgezinde ideologen. De tweehonderd miljoen Russen hadden geen idee. Zij zagen zich geconfronteerd met een wereldrijk in verval, met het wegvallen van oude zekerheden, met een ruwe vorm van het kapitalisme waarin politiek en rijkdom de boventoon voerden.
Na Jeltsin kwam Vladimir Poetin. Vijfentwintig jaar is de Russische president aan de macht. Vanaf dag één werkt hij aan de verwezenlijking van zijn grote droom, het herstel van het oude Russische tsarenrijk. De Krim annexeerde hij in 2014, om acht jaar later het buurland Oekraïne binnen te vallen. Poetin gelooft nog in de dictatuur. In het grote geld. In de macht, het naakte geweld.
Het is 2024. Zelfs in de Verenigde Staten is de stemming omgeslagen. De Democratische president, Joe Biden, maakt een oude, breekbare indruk. Oud-president Trump lijkt een goede kans te maken om de verkiezingen in november te winnen. Ook in Europa zijn extreemrechtse radicale partijen aan de winnende hand.
De somberte heeft de overhand. Toch is het de vraag of de somberte enige voorspellende waarde heeft. Immers, in de jaren negentig van de vorige eeuw bleek het optimisme uiteindelijk op politiek drijfzand gebaseerd.