Van Dale kent het woord niet
Dik tien jaar heeft biograaf Willem Otterspeer erover gedaan. Donderdag 28 november ligt dan toch, ‘De Mislukkingskunstenaar’ in de winkel. Te weten, de biografie over de schrijver Willem Frederik Hermans, deel I (1921-1952).
Achthonderdzesentwintig bladzijden telt dat eerste werk. Het eerste relletje heeft al plaatsgevonden omdat W.F. Hermansbewonderaar Max Pam in de Volkskrant direct de strijdbijl opnam. “Zoveel fouten en onzorgvuldigheden bevat het werk”, aldus Pam die zich overvallen voelt door een stortvloed aan feiten en feitjes. Ook de titel vindt hij maar niks. Waarop Otterspeer weer boos reageerde: “Rancune en roddel”.
Details. Volgens mij zijn Neerlandici daar gek op. Hoe het zij, ik heb De Donkere Kamer van Damokles gelezen. Vond het prachtig. Onder Professoren duurde mij veel te lang. Onlangs probeerde ik Au Pair nog. Ach, ik ben niet zo’n romanlezer.
Net als Max Pam val ik over het woord mislukkingskunstenaar. “De titel verwijst”, meldt Volkskrantredacteur Lidy Nicolasen, “naar een brief van Hermans aan Gerard Reve”.
Maar Van Dale en het Groene Boekje kennen het woord niet. Het treft mij. Ik proef het. Snuif het op: ‘Mislukkingskunstenaar’. Loopt het wel? Hermans kan ik nog begrijpen vanwege de verbindings-es die in zijn tijd gewoon was. Maar waarom, vraag ik me af, heeft de biograaf niet gekozen voor mislukkingkunstenaar?