Vriend Poetin biedt Assad onderdak
Voorlopig zit hij goed. Ver weg in Moskou, op veilige afstand van Damascus. In een vloek en een zucht hadden de opstandelingen hun doel bereikt. De Syrische dictatuur van de familie Assad verkruimelde na bijna 25 jaar schrikbewind. Gelukkig had de president nog een vliegtuig waarmee hij terecht in het Rusland van zijn goede vriend, collega-dictator, massamoordenaar, Vladimir Poetin. Die had nog wel een paleisje vrij voor de ongetwijfeld nog schatrijke vluchteling, Bashar al-Assad en zijn gezin.
De vreugde van de Syrische vluchtelingen is er niet minder om. Verrassend is de gang van zaken wel. Immers, de Syrische president Bashar al-Assad (59) wist hoe hij het aanpakken moest. Had hij nog van zijn vader Hafez al-Assad geleerd die in 1971 aan de macht kwam.
De Assads behoren tot de sji’itische groep van de Alawieten in een land waarvan bijna 90 procent van de twintig miljoen inwoners deel uitmaakt van de soennitische islam. Niettemin leek Bashar al-Assad vast in het zadel te zitten. Honderdduizenden, miljoenen slachtoffers waren het gevolg. Overvolle gevangenissen. Miljoenen vluchtelingen ook.
Maar na 24 jaar terreur grepen de opstandelingen van HTS (Hayat Tahrir al-Sham) hun kans. In nauwelijks een week was de strijd beslist in het voordeel van de Beweging voor de Bevrijding van Syrië en Libanon.
De leider van de opstandelingen is Abu Mohammed al-Jolani. Aanvankelijk was Ahmed Al Sharaa, zoals Jolani toen nog heette, een volgeling van de in Irak strijdende al-Qaida-leider Abu Bakr al-Baghdadi. Vanuit Irak ging hij in 2011 naar Syrië om er het al-Qaida-filiaal Jabhat Al Nusra op te zetten. Sinds 2020 volgt Jolani echter zijn eigen meer gematigde weg. Dat wil zeggen, die van een islamitische staat waarin plaats is voor minderheden.
Intussen heeft de beweging voor bevrijding van al-Sham (Syrië en Libanon) haar taak volbracht. Niet helemaal natuurlijk. Libanon ontbreekt. Maar wie weet hoe het ene tot het andere leidt. Bovendien is de strijd nog niet geëindigd.
En dan moeten nog de nodige zaken worden geregeld. Zo was Rusland een nuttige bondgenoot van de Syrische dictator Assad. Met bases in Syrië en piloten die weten hoe ze bommentapijten kunnen leggen. Het zal dan ook geen toeval zijn dat de HTS-strijders toesloegen op een moment dat Rusland druk doende is het afvallige Oekraïne op de knieën te krijgen.
Ook de relatie met Iran staat plotseling onder spanning. Immers, de sji’itische republiek was van levensbelang voor het voortbestaan van de Assad-dictatuur. Jarenlang hadden de door Iran gesteunde Hezbollah-strijders Assad bijgestaan. Alleen konden zij dit keer weinig uitrichten. Daarvoor had het vermaledijde Israël hen te zwaar geraakt.