Zie ze staan, stralend van geluk
Marine Le Pen, Geert Wilders, Frauke Petry. Drie leiders van nationaalpopulistische partijen. Zie ze daar staan in het Duitse Koblenz, dromend van een nieuw Europa, bevrijd van de liberale elite, klaar voor de strijd tegen massa-immigratie en islamisering. Trotse, blije verwachtingsvolle gezichten, stralend van groot geluk. Immers, in steeds grotere getale stromen de kiezers toe, in Frankrijk, Duitsland en Nederland. Nog even verkiezingen en dan, dan….
Ongetwijfeld voelen Le Pen, Petry en Wilders zich verwant met de Amerikaanse president, Donald Trump. Nee, er is geen complot, geen staatsgreep die dreigt, zelfs geen heldere gedachtelijn. Het nationaal-populisme waait over de oceaan en weer terug, altijd de wind in de rug om zich, eenmaal geland, in de geesten van miljoenen te nestelen.
Geen idee onder welke politieke kleur president Trump zich precies schaart. Hij is lid van de Republikeinse partij, maar zelfs veel Republikeinen vinden hem een vreemde eend in de bijt. Niettemin, een nationaal-populist is hij zeker. Zijn ‘America First’ laat geen andere keuze. Wel moet de praktijk zich nog wijzen ondanks de bommetjes die de Amerikaanse president al heeft gelegd onder militaire en vrijhandelsakkoorden.
Terug naar Europa dat zich 70 jaar veilig waande onder de Amerikaanse atoomparaplu. En nog kunnen de gevestigde partijen zich niet voorstellen dat daaraan een einde komt. Het Rusland van Poetin mag blij zijn met president Trump, maar het machtigste land van de wereld kan het zich niet veroorloven zijn bondgenoten aan hun lot over te laten. Of wel? En zo ja, hoe vèr zal de 45ste president van de Verenigde Staten dan gaan? Hoe vèr laten de Amerikaanse burgers hem gaan?
Zoveel is zeker, de Amerikaanse president zal de wereld nog vele malen verrassen en lang niet altijd op een aangename manier. Intussen snakken de gevestigde partijen in West-Europa na zoveel jaar Front National, Vlaams Belang, FPÖ, Lega Nord en PVV nog altijd naar een effectieve strategie om hun gedachtegoed te bestrijden. Tot nu toe hebben zij zich gered. Dat wil zeggen, de ferme taal, de woede richting elite, het rabiate anti-links waren onvoldoende om politieke meerderheden te smeden, en anders was een jaartje regeren al genoeg om de nationaal-populisten naar huis te sturen.
Soms leken de nationaal-populisten op hun retour. Grote nederlagen hebben zij geleden. Ruzies, afsplitsingen vonden plaats. Toen kwam de crisis, precies wat de tegenstanders van buitenlandse invloeden nodig hadden. De werkloosheid, de sociale ongelijkheid, de afgunst op de liberale elite, en het moslimextremisme bleken het juiste mengsel om met dubbele kracht de gevestigde politieke barricades te bestormen.
Nieuwe partijen kwamen op. In Duitsland is de AfD een serieuze bedreiging voor zowel de CDU als de SPD. De FPÖ is weer terug. Lega Nord en de VijfSterrenbeweging verdringen zich op de Italiaanse rechterflanken. In Engeland blaast Nigel Farage’s UKIP een geducht partijtje mee. In Frankrijk maakt Marine Le Pen een serieuze kans op het presidentschap. Geert Wilders’ PVV leidt in alle peilingen, terwijl intriganten als Baudet van het Forum voor Democratie, Jan Roos van VNL en hun oude vrienden van Geen Peil elkaar het licht in de ogen niet gunnen.
Dit jaar vinden parlementsverkiezingen plaats in Duitsland, Frankrijk, Nederland, Italiё, en kan Europa zo maar nationaal-populististisch worden. Maar dan begint het pas. Immers, het nationaal-populisme moet zichzelf nog uitvinden. Natuurlijk, ze hebben een idee, ‘America First’, ‘Deutschland über alles’, ‘Nederland voor de Nederlanders’, ze zijn zielsverwanten. Maar nationaal-populisten kiezen in de eerste plaats voor het eigen land. Ze hebben moeite met de Europese Unie. De sterkste moet winnen.
Geen toeval dus dat het Rusland van Poetin blij is met de komst van president Trump. De nationaal-populisten kunnen op hem rekenen. Alleen een verenigd Europa is in staat om de VS tegenspel te bieden, maar daarvoor moeten nationaal-populisten boven zichzelf uitstijgen. Dat gaat hen niet lukken. Zij mogen het tij mee hebben, ook de nationaal-populisten zijn onderworpen aan de wet. Dus moet de Britse regering het Brexitplan eerst voorleggen aan het parlement. Waarmee gezegd, dat de zo gehate democratische elite allesbehalve is uitgeteld.