Handelsakkoorden
Europa staat in brand. Waarom? CETA. Een vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en Canada. Samen met de Amerikaanse equivalent, TTIP, gezien als het nieuwe kwaad. Onze regeringen vinden het nodig, noodzakelijk zelfs, maar vele burgers zijn bevreesd dat onze manier van leven op het spel staat als het Noord-Amerikaanse grootgeld vrij spel krijgt. Wıe heeft gelijk.Critici claimen dat de handelsakkoorden zullen leiden tot vergaande inmenging van Noord-Amerikaanse bedrijven in onze wet- en regelgeving. Hun standaard zal de onze worden. Dat betekent lagere lonen, makkelijker ontslagen worden, en het buitenspel zetten van vakbonden. Ook Europese regels op het gebied van landbouw en milieu dreigen ondermijnd te worden. Het toppunt van alle ergernis is het mechanisme om handelsconflicten op te lossen. Via dit mechanisme zouden bedrijven niet alleen in staat zijn om nationale wetgeving te omzeilen maar zelfs te veranderen. Europa wordt kortom een soort overzees Disneyland voor Amerikaanse monopolisten.
Dit is de voornaamste kritiek. Toch is het allemaal enigszins voorbarig. Begrijp me niet verkeerd. De zorgen zijn terecht. Het is aan onze Europese leiders om het verdrag zo eerlijk mogelijk te maken en overheidscontrole zo groot mogelijk te houden. Of dat nu bij een Amerikaans, Canadees, of Europees bedrijf is . Maar over de inhoud van dit verdrag is zo weinig bekend dat je er ook geen eenduidige conclusies aan kan binden. Laat staan dat je kan zeggen dat Amerikaanse voedselproducenten onze markt gaan overspoelen met genetisch gemanipuleerde producten. Al decennia sluiten wij bilaterale akkoorden met vergelijkbare mechanismes. Dit geldt ook voor de Nederlandse regering. Europa is niet economisch afhankelijk van Canada en de Verenigde Staten terwijl al onze bedrijven, over het gehele continent, de Amerikaanse markt kunnen betreden. Die helemaal niet zo toegangelijk was als altijd gedacht. De zorgen zijn vooral gebaseerd op onderbuikgevoelens jegens het Amerikaanse grootgeld. Begrijpelijk, maar Canada is daarentegen een progressief rolmodel. De ophef is daarmee een pad ingeslagen waar het vooral om emoties gaat en steeds minder om argumenten.
Maar waarom zijn TTIP en CETA dan zo belangrijk. Het probleem van deze handelsakkoorden is niet dat de Noord-Amerikaanse staten onze manier van leven bedreigen. Het echte probleem is dat onze manier van leven bedreigd wordt als we deze akkoorden niet sluiten. Nieuwe grootmachten komen overal ter wereld op. Van China tot en met Rusland en van Zuid-Afrika tot en met Indonesie. In principe is dat niet erg. Het is echter wel zo dat veel van deze nieuwe grootmachten niet onze normen en waarden delen. De tanende rol van het Westen op het wereldtoneel betekent ook dat we onze stem minder duidelijk kunnen laten horen. Zowel CETA als TTIP trachten het economische fundament onder de Westerse macht te verstevigen. Zeker het groeiende conflict met Rusland en in mindere mate China laten die noodzaak zien. Het stuklopen van deze akkoorden zal anti-Westerse geluiden alleen maar in de kaart spelen.
Dit is heel kort gezegd waarom de handelskoorden zo belangrijk zijn. Net als de Europese Unie ooit bedoeld was om de Europese rol op het wereldtoneel te kunnen blijven garanderen zo moeten deze handelsakkoorden dat doen voor het Westen als geheel. En zij die dit verdedigen hebben gelijk. Toch wordt dit argument nauwelijks gehoord. De Europese leiders die dit zo hardnekkig verdedigen zijn alles behalve transparant. In plaats van zorgen weg te nemen blijft het verdrag in besloten kamertjes. Het gebrek aan transparantie is niet een probleem an sich. Toen ik in het Europees Parlement werkte werden Parlementariers zorgvuldig weggehouden bij de onderhandelingen en de voorlopige resultaten. Het Europees Parlement, het zogenaamde democratische orgaan van de Europese Unie, heeft een beslissende stem. Om de legitimiteit van een volksvertegenwoordiging hoog te houden is het belangrijk dat zij toegang hebben tot de onderhandelingen en voorlopige resultaten. Dit was niet het geval. Zeker wanneer een stem moet worden uitgebracht. Toegang tot relevante informatie was uitsluitend bestemd voor de Europese Commissie, niet-verkozen bureaucraten, en vooral de regeringsleiders van individuele lidstaten. Na vele klachten mochten Parlementariers toch op vastgestelde dagen en tijden in een klein kamertje de status van de verdragen bekijken, honderden zo niet duizenden pagina’s. Dit mag een ondoenlijke missie worden genoemd. Toch wordt van de Europese parlementariers verwacht hun verwacht een geinformeerde stem uit te brengen.
Hier schuilt dan ook het probleem van CETA en TTIP. Het zijn niet de handelsakkoorden zelf, maar hoe de Europese Unie en onze regeringsleiders ermee omgaan. Als wij een vuist willen maken tegen Rusland, willen voorkomen dat onze markten overspoeld worden door Chinese producten en Arabische oliegeld, dan moeten we juist economisch sterk blijven. Dit is waar de Europese Unie faalt. Terwijl de wereld in brand staat en het Westen steeds meer ruimte moet geven aan andere geluiden kunnen we onderling niet eens tot belangrijke afspraken komen. Zelfs niet als het essentieel is om het Westerse gedachtegoed te verdedigen. Dit gaat niet om Europese of Amerikaanse inmenging, om verregaande bemoeizucht, dit gaat om het beschermen van onze manier van leven.
Wanneer de onderhandelingen falen is dat niet de schuld van Canada of de Verenigde Staten. Het is zelfs niet de schuld van al die critici die meer dan eens op onderbuikgevoelens reageren. Het is de schuld van onze Europese en nationale leiders die wel inzien hoe belangrijk de verdragen zijn maar niet de bereidheid kunnen opbrengen deze te verdedigen. De zorgen van de Europese burgers publiekelijk weg te nemen. De Europese Unie, ooit opgericht om de Europese stem op het wereldtoneel te kunnen blijven garanderen, is nog nooit zo broos en twijfelachtig geweest.
Tjeerd Ritmeester