Hij is wel een oorlogsmisdadiger

‘De stamhouder’, is de titel van het boek dat de 71-jarige journalist, oud-correspondent in de toenmalige Sovjet Unie, Alexander Münninghoff geschreven heeft. Wat laat heb ik het gelezen, maar niet te laat om me te voegen in de rij van bewonderaars. In die zin, dat ik het in één ruk heb uitgelezen. Ook ik regelmatig naar adem moest happen, niet een beetje. Ik stikte er bijna in. En nog verbijsterd ben over het lot dat een mens treffen kan.
Aan een doorwrocht beeld van de Oude Heer, van Omi die van Russische adel is, van vader Frans, moeder Wera, broers en wie er allemaal langs komt, waag ik me niet. De familie Münninghoff is me net iets te complex. Ik constateer slechts hoe feilloos de oorlog karakters blootlegt. In elk geval moet er een reden zijn dat de één zich bewijst als een machtige, schatrijke entrepeneur, grootgrondbezitter wordt en de ander de familiegeschiedenis verrijkt met een gewetenloze, rancuneuze, egocentrische drankzuchtige fantast. Ja, een oorlogsmisdadiger die zich uiteindelijk ten gronde heeft gericht.
Hoewel (bijna) ieder kind van zijn ouders houdt, aan hen loyaal is, richten Alexander Münninghoffs liefde en loyaliteit zich primair op de grootvader wiens invloed iedereen treft en tot in de hoogste kringen reikt. Zijn moeder steekt er schril bij af. Ze is te zwak, kan niet tegen hem op. Dat op het eind het schuldbesef doorbreekt, doet daar niet aan af. Trouwens, ook de vader moet het afleggen tegen de Oude Heer. Frans Münninghoff is de loser, maar probeert het tenminste.
Alexander is een beetje de speelbal van de volwassenen. Zeven jaar oud pas, lijkt het hem bij zijn vader beter af te zijn dan bij zijn moeder. Dichter bij de Oude Heer in elk geval. Hij mag dan ontvoerd zijn. Een kind dat van zijn moeder houdt, zou zich verzet hebben. Geprotesteerd, gevochten, weggelopen.
Nee dus. Vermoedelijk is het de kracht van het boek. Toch erger ik me. Want Alexander Münninghoff verbloemt. Waar hij zou moeten oordelen, heeft hij begrip. De vader, Frans! Alexander draagt duizend en één redenen aan. Feit is dat Frans Münninghoff in de Tweede Wereldoorlog toetreedt tot de Waffen SS, divisie Wiking. Meevecht, en nooit spijt heeft. Sterker nog, zijn leven lang is hij SS’er gebleven.
Oorlogsmisdadiger
Een mooi boek is De Stamhouder. Maar: “Frans Münninghoff”, aldus Alexander, “is geen oorlogsmisdadiger”. Voor de zoon is hij een SS’er, een wat naїeve man, een idealist die de Bolsjewieken bevocht. Een dappere strijder voor wie eer en trouw belangrijker zijn dan wereldse zaken. O zeker, hij heeft mensen gedood, zelfs met zijn pioniersschep een Rus de schedel ingeslagen. Joden heeft hij niets misdaan. Van gaskamers wist hij niets.
Ik erger me! Om eerlijk te zijn, ik vind het verschrikkelijk. Eigenlijk snap ik er niets van. Frans zegt het zelf, en de Duitse kinderboekenschrijver bij wie Alexander verhaal gaat halen, bevestigt het verhaal. Maar waarom, is de vraag, gaat de zoon niet naar het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, het NIOD? Hij hoeft alleen maar naar het artikel van Evertjan van Roekel te vragen, ‘Nederlandse SS’ers en de Holocaust’. Had ook hij de dagboeken kunnen inzien waaruit de auteur geput heeft.
Hoe het zij, de Waffen SS, divisie Wiking heeft een inktzwarte reputatie en is schuldig verklaard aan het plegen van oorlogsmisdaden. Misschien heeft Frans Münninghoff nooit iets onoorbaars ervaren. Misschien heeft hij geen Jood neergeschoten. Misschien gebeurde het allemaal achter zijn rug. Misschien vindt hij zichzelf een idealist. Alleen het lidmaatschap maakt hem al tot een oorlogsmisdadiger. Op z’n minst moet hij toch zijn handtekening hebben gezet onder zoiets als een Ariёrverklaring. Moet hij wel eens een film hebben gezien. ‘Jud Süss’, misschien?
De Stamhouder is al toe aan de tiende druk. Iedereen vindt het prachtig. Bijzonder op z’n minst. Maar voor mij is het opnieuw de bevestiging van het gemak waarmee de Nederlandse geschiedenis is herschreven. Ik denk aan, natuurlijk, Chris van der Heijden en Bart van der Boom. Zij kantelden in elk geval het beeld. De één stelt dat het toeval is aan welke kant je stond. De ander betoogt dat Nederlanders niets te verwijten valt als het gaat om de Jodenvervolging. “Immers, zij wisten het niet”. NSB’ers zijn slachtoffers geworden. Haast klakkeloos is dat beeld in de geschiedenisboekjes terechtgekomen.
Alexander Münninghoff heeft zijn sporen verdiend als journalist. Is een goed schaker, bovendien. Wie zich staande houdt, een ordentelijk leven leidt, geen al te rare dingen heeft gedaan, en met zichzelf in het reine probeert te komen, verdient sowieso een pluim. Maar hij is wel de zoon van een oorlogsmisdadiger, een man die zich willens en wetens verbonden heeft met een misdadig, moorddadig regime. Misschien is het moeilijk dat op te schrijven. Er zijn er meer die daar moeite mee hebben. Maar alles is beter dan de waarheid verbloemen.
4 reacties
Jan Herling
M.i. is het gebruik van het woord “oorlogsmisdadiger” niet op zijn plaats.
Helaas worden vaak duidelijk omschreven begrippen opgerekt om het kwaad dat door de desbetreffende persoon is aangericht te versterken. Dit vind je ook vaak terug bij andere begrippen zoals bijv. fascist, racist, genocide, enz. Discussie hierover heeft in dit verband weinig zin en verzandt in taalkunde.
In dit indrukwekkende boek zie ik hier schaamteloos opportunisme, misdadigheid, idealisme, familíetradities en toeval samenkomen.
Het zo snel zo rijk kunnen worden door Oude heer overkomt meer mensen. Daar zijn geen recepten voor en is m.i. vaak afhankelijk van toevallige omstandigheden.
Ik kan zelf alleen maar blij zijn dat ik niet in de 30-ger en 40-ger jaren van de vorige eeuw volwassen moest zien te worden. Wat voor vreselijke dilemma’s hebben toen heel veel mensen gestaan.
Ik hou het wat Frans betreft maar simpelweg op een schaamteloze misdadige opportunist, gevormd door de tijd en de omgeving waarin hij opgroeide. Alexander hoeft zich zelf gelukkig niets te verwijten.
Marieke
Lees het nogmaals, neem het geschrevene in u op zonder een oordeel te vellen op grond van uw eigen referentiekader. Dit is een grandioos document dat de complexiteit van de geschiedenis weergeeft. Dat u uitgerekend dit prachtige boek gebruikt voor een kleinzielige schuldvraag, ja zelfs het roepen van beschuldigingen, zoals alleen kleindenkenden dit kunnen, stoort mij mateloos. Ik vind het stuitend.
Pieter Louwers
De Stamhouder is m.i. een zo eerlijk en getrouw mogelijke weergave van een stuk familiegeschiedenis gezien tegen de achtergrond van de deels zeer persoonlijke ervaringen van de heer Alexander Münnighoff als de Stamhouder. In dat boek wordt geen van de familieleden gespaard, de schrijver zelf niet uitgezonderd. Niemand kan zijn eigen ouders uitkiezen, dus dat kon ook de schrijver niet. Natuurlijk had ook Alexander Münninghoof liever een vader gehad zonder SS-verleden, een liefhebbende vader vooral als steun en toeverlaat. Natuurlijk had hij ook veel liever in een harmonieus gezin willen opgroeien, maar helaas was de praktijk totaal anders. Daar sta je dan als kleine jongen, met een moeder die in de familie als liederlijk wordt beschouwd en een vader die fout was, in een wereld, die geen enkele genade kent, zelfs nu nog niet, lees de reactie van Sjonk Ritmeester er maar op na. Zelf zou hij onder gelijke omstandigheden natuurlijk alleen maar goede keuzes hebben gedaan (zoals al die andere uitstekende stuurlui aan de wal). Fout is fout en dat blijft zo en daarmee uit. Dat moet ook de eventuele Stamhouders zich blijven aantrekken. Dat maakt het juist zo extra sterk dat Alexander Münninghoff zoveel jaren na dato, als zoon van een oud SSer, niet alleen uit die verdachte kast heeft durven komen, maar zelfs een poging heeft gedaan om te begrijpen hoe die lapzwans en dronkenlap van een vader (want daarover laat hij geen enkel misverstand bestaan) – gelet op de tijd en de hoogst ongelukkige omstandigheden waarin zijn vader zelf is opgegroeid – tot die absoluut foute keuze gekomen is.
Dus wat mij betreft: petje af!
Dizzy de Wijngaert
Als de definitie van een oorlogsmisdadiger inhoudt dat iedereen die bij de (waffen) SS heeft gezeten alszodanig moet worden bestempeld, is er geen twijfel omtrent uw standpunt daaromtrent. Maar in casu is er enige nuancering mogelijk en ook, laat ik het voorzichtig benoemen van ‘verzachtende omstandigheden’ sprake. Vader Frans is door de opvoeding van met name zijn vader, door de omgevingen waar hij opgroeide, Letland en, volledig tegen zijn zin, in Nederland in een min of meer gesloten inrichting, geïndoctrineerd met verzet tegen de Bolsjewieken en Nederland. Daarom begrijp ik wel dat hij dienst heeft willen nemen en genomen in de Duitse krijgsmacht. Verder creëert Alexander bij mij niet het beeld van een liefhebbende zoon richting zijn vader. Integendeel zelfs, hoewel het mij dan wel weer verbaast dat hij zelfs spreekt op diens begrafenis.
U verwacht verder dat een jongen van 6, 7 jaar meer weerstand na zijn ontvoering zou ontplooien door bijv. weg te lopen, maar het is ook nog 1950-1952. Waar en hoe zou dat moeten. Anderzijds is mijn eigen grootmoeder in 1914 op haar 16de weggelopen uit wat nu de Molukken in Indonesie zijn, maar toen had je nog nauwelijks iets van paspoorten of reisdocumenten nodig. In 1950 was ook dat anders.
Enfin, mijn grootste verrbazing is dat Alexander met zo’n jeugd erin is geslaagd niet geheel of zelfs maar een beetje te ontsporen.
In het boek miste ik een stamboom en foto’s, terwijl je er met wat googlen talrijke vindt.