Mening van de Week

Er waart een spook door het land

Hoe lang hebben we nog? Hoe kunnen we ons verdedigen tegen het witte gevaar dat zich in ons nestelt. Want er waart een spook door Nederland. Het komt van alle kanten op ons af, kruipt in de nachtelijke uren door de sleutelgaten, door de muren en het plafond, de hoofden in, op zoek naar het democratische gedachtegoed.

In het journalistieke platform, De Correspondent, schrijft hoofdredacteur Rob Wijnberg al een In Memoriam voor de democratie die leefde van 300 voor Christus tot 2013 na Christus.

Het zàl, al is het maar omdat je de democratie zo verschillend kunt invullen. Intussen is het crisis. Misschien is het begrijpelijk dat daarmee de kritiek toeneemt op het instituut, verantwoordelijk voor de bestrijding van die crisis, te weten, het politieke model, de parlementaire democratie.

Nu richt De Correspondent zich op de hoger opgeleide Nederlander. Wijnbergs In Memoriam is vanzelfsprekend een uitvergroting. Hij geeft wel een aantal serieuze argumenten.

In hoeverre het stuk de opvatting vertegenwoordigt van het hoger opgeleide segment zou Maurice de Hond kunnen uitzoeken. Feit is dat anno 2013, niet iedereen doordrongen is van de houdbaarheid van de parlementaire democratie. Sommigen vinden dat de politici hun oren te veel laten hangen naar de vox populi. Verkiezingen een te zware stempel drukken op de besluitvaardigheid.

Anderen willen het bestuur toevertrouwen aan technocraten en experts. Al met al beklijft een gevoel dat kritiek niet ophoudt bij het bestuursmodel.
Kritiek op de parlementaire democratie komt niet uit nationaal-populistische kring, zoals emeritus hoogleraar, dr. Meindert Fennema extreemrechts zo mooi aanduidt. Geert Wilders’ PVV sloot vorige week een anti-Europees bondgenootschap met Marine Le Pen, de leider van het Franse Front National. Beiden zweren juist bij de democratie als principe.

Cynici vatten de logica van die houding, al is het maar omdat in tijden van crisis het aantal ontevreden kiezers toeneemt. Een groep die met name naar de partijen van Wilders en Marine Le Pen trekt. De vraag is dan wel in hoeverre Wilders en Le Pen oprecht zijn.

Wilders, bijvoorbeeld, leidt een éénmanspartij. Durft het niet aan de PVV open te stellen, laat staan te democratiseren. Hij heeft de macht. In de peilingen leidt de PVV momenteel de partijendans.

Volgend jaar mei moet Wilders zijn grote slag slaan bij de Europese verkiezingen. Ongetwijfeld heeft een beetje overwinning grote gevolgen voor de opstelling van Nederland in het Europa-debat. Met name de VVD is gevoelig voor meer nationalistische roerselen.

Oud-partijleider Frits Bolkestein is een voorbeeld. Premier Rutte zette Brussel al eens kanttekeningen bij de macht van Brussel. Onlangs baarde partijgenoot Mark Verheijen opzien met zware kritiek op politici die ijveren voor sociaaleconomische en politieke hervormingen.

Maar de invloed van een verkiezingsoverwinning reikt verder. Als de PVV in mei 2014 wint, niet alle Kamerleden weglopen en de crisis aanhoudt, betekent dat een enorme duw in de rug van Wilders. Dan zal de PVV-leider nog verder radicaliseren, en niet in democratische zin.

Natuurlijk zitten tegengeluiden in de politiek ingebakken. In de democratie zijn ze zelfs geformaliseerd. Het mag!

En nee, de democratie is niet dood. Punt is, dat een derde van de Nederlandse kiezers aangeeft op een partij als de PVV te willen stemmen. Dat in weer andere kringen het bon ton is op de parlementaire democratie af te dingen, terwijl de gevestigde elite op cruciale terreinen eerder geneigd is mee te buigen dan de hakken in de grond te zetten.

 

Bent u het eens met de schrijver? Of juist niet? Geef uw mening!

De Krant met een Mening