MAXIMA, STRALENDE STER VAN HET ORANJEHUIS
Ik zag haar staan, sereen, naast koning Willem-Alexander. Op het balkon. Op de boot. Ik zag haar zitten. Uit volle borst meezingend. En ik begreep, Maxima, de Evita Peron, de Jacqueline Kennedy van het Koninkrijk der Nederlanden. Welke man is niet verliefd op haar. Welke vrouw wil niet zijn als zij? Welke puber zou niet haar schoonzoon willen zijn? Welk staatshoofd zou niet aan haar zijde willen poseren? Het Oranjehuis zal stralen als nooit eerder. Hoe zich dat politiek vertaalt, staat in de sterren geschreven. Gevaarlijk is het wel.
Overal in Europa rukt het protest op. In Frankrijk gebeurt dat met het Front National van Marine Le Pen, in Engeland dwing de onafhankelijkheidspartij de Conservatieven van premier Cameron nog verder naar rechts, en uit Europa. In Italiё predikt stokebrand Beppe Grillo de totale chaos. Is trouwens Silvio Berlusconi niet al een product van permanente onvrede?
Nederland is geen uitzondering. In 2000 bracht Pim Fortuyn de politieke onvrede aan het licht. Ondanks verwoede pogingen zijn de gevestigde partijen die klap nooit te boven gekomen. Intussen maakt de economische crisis allerlei krachten los. Geert Wilders wacht op nieuwe kansen.
Nauwelijks een half jaar regeert het kabinet-Rutte II. VVD en PvdA zouden het proberen, negerend les 1 van de democratie dat kiezers zich in het beleid herkennen moeten. Negerend, óók les 2 dat twee partijen die elkaar te vuur en te zwaard bevochten hebben, niet samen in één regering kunnen, alsmede les 3 dat kiezers wel één, misschien wel twee of drie, maar geen vier keer bedrogen kunnen worden.
Nu al loopt het kabinet op zijn laatste benen. In de opiniepeilingen zijn VVD en PvdA al meer dan 35 zetels kwijt. De Telegraaf heeft premier Rutte afgeschreven. PvdA-leider Diederik Samsom loopt tegen zijn grenzen op. De ene na de andere bewindsman komt in de problemen.
Een zesde kabinetscrisis in een tijdsbestek van tien jaar kan Nederland zich eigenlijk niet veroorloven. Punt is, de onmacht zit dieper dan de economische crisis of het falen van een minister. In het geding is het politieke bestel dat zichzelf al zo lang heeft overleefd. Kiezers herkennen zich niet meer in de gevestigde politieke partijen die zijn verworden tot springplanken voor carrièrejagers. VVD, PvdA, CDA, maar ook D66, hoppen van crisis naar crisis. Weigeren zichzelf te vernieuwen, laat staan over de eigen schaduw te springen. Houden, integendeel, vast aan een systeem dat 165 jaar geleden is uitgedacht en hen zoveel heeft gebracht.
Steeds weer dezelfde fouten worden gemaakt. Tien jaar na Paars doen PvdA en VVD het weer. Verklaren premier Mark Rutte en Diederik Samsom elkaar de liefde, sluiten een huwelijk, en denken dat de kiezer het prima vindt als zij hun beloften verbreken.
En nòg begrijpen ze bij de PvdA en VVD niet dat het anders moet. Dat er één sociaalliberale beweging moet komen waarbij PvdA’ers, VVD’ers en D66’ers zich aan kunnen sluiten. Dan zou er ook ruimte zijn voor een conservatieve en één socialistische/sociaaldemocratische partij. Misschien kan een afspraak tussen Roemer en Spekman het begin zijn.
In geen democratisch land heeft de kiezer zo weinig invloed als in Nederland. Het systeem van evenredige vertegenwoordiging heeft haar beste tijd gehad. Er moet een districtenstelsel moet komen. Immers, het kan niet zo zijn dat een provincie als Noord-Brabant maar acht vertegenwoordigers in de Tweede Kamer heeft. En ach, daar is ie weer. De direct gekozen burgemeester. Amsterdammers, Rotterdammers, Eindhovenaren en Groningers willen toch echt de belangrijkste inwoner van hun stad kiezen.
Helaas vernietigen de gevestigde politieke partijen liever zichzelf dan de noodzakelijke stappen te zetten. Is het wachten op de grote politieke kladderadatsch. Pas dan zijn de noodzakelijke veranderingen mogelijk. Pas dan kan het land de 21ste eeuw tegemoet.
In de tussentijd kunnen we alleen maar hopen, de vingers kruisen dat het erge voorkomen wordt. Dat de democratie als systeem behouden blijft. Want niets is zeker. De euforie rond het Huis van Oranje moge onschuldig lijken. Ontegenzeggelijk heeft het land behoefte aan eenheid en verbondenheid. Als de regering in gebreke blijft, het parlement onmachtig is, de kiezers zich bedrogen voelen, de crisis doorzet, we Wilders toch echt niet willen, blijft er al gauw één instituut over. Een koning zou geen koning zijn als hij daarop niet in zou spelen. Adviseurs heeft hij in elk geval genoeg. Waarmee de monarchie zo maar de inzet van een richtingenstrijd kan worden.
Dat alles laat onverlet dat koningin Maxima een prachtige vrouw is, een stralende Argentijnse ster, van wie we met heel ons Oranjehart ongelofelijk veel houden.