VUL VOOR FYRA, RSV IN
Zo gaat dat in Nederland, na twintig jaar politiek-bestuurlijke ellende. Dan komt er een parlementaire enquête. De Tweede Kamer doet onderzoek, verhoort onder ede, schrijft een rapport.
De Fyra-enquête wordt een fantastisch schouwspel. Op een cent wordt niet gekeken. Volksvertegenwoordigers, bewindslieden, NS-managers, ondernemers komen langs. Ik verheug me al op de verhoren, de uitvluchten, de motieven, het gedraai, de visie, de ambities.
Soms vraag ik me af hoe een instelling onderzoek kan doen naar het eigen functioneren. Onzinnige vraag natuurlijk. Dit is Nederland. Hier zijn de betrokkenen in staat voldoende afstand te nemen. Altijd is het goed gegaan. Geen reden om te twijfelen dus.
Zo staat in het geheugen nog altijd gegrift de RSV-enquête van 1983/’84, naar aanleiding van de teloorgang van de Rijn Schelde Verolme scheepswerf. Ervaren televisiekijkers herinneren zich, hoe het toenmalige PvdA-Tweede Kamerlid drs. Marcel van Dam naam maakte als scherp ondervrager.
De RSV-affaire kostte de Nederlandse schatkist indertijd 1 miljard euro. Het failliet van de RSV was ook het failliet van de overheidsbemoeienis, horende bij de tijd. Immers, het doel was de scheepswervenindustrie overeind te houden, hetgeen deerlijk mislukte.
Dertig jaar later. Vul voor RSV, Fyra in. De conclusie is helder. Het onderscheid tussen de sociaaldemocratische en liberaalkapitalistische heilstaat is louter theorie. In de praktijk is het een fictie.