Toch tuinden we er weer in
We hadden geen verwachtingen. Toch tuinden we er weer in. Dachten, ook ik, wel even wereldkampioen te worden. We hadden Arjen toch. En Robin van Persie. Louis van Gaal, “Louis Geniaal”, zoals de buitenlandse pers hem noemde.
Dus was Nederland in gisteren in rouw. Verloren na de strafschoppen van Argentiniё. “Volstrekt onnodig. Onprofessioneel. Ik heb Kees Jansma nog laten weten in welke hoek Messi zou schieten”, foeterde een woedende Hugo Borst in het programma Studio Brasil.
Maar begrijpen, doe ik het niet meer. We hebben een wedstrijd verloren tegen een gelijkwaardige tegenstander. We hebben een prima toernooi gespeeld. Er waren geweldige momenten bij.
Maar stel, misschien gebeurt het ooit, wellicht, mogelijk een keer. Nederland wordt wereldkampioen voetbal. Ik heb de kater van 1974 meegemaakt. Nog twee finales overleefd. Het Europees kampioenschap van 1988 beleefd. De afgang van 2012 was ik razendsnel vergeten. Ik gun het mijn kinderen. Ik zag het verdriet van Luca Robben. Ook ìk zou gejuicht hebben als onze elf de Duitsers in de finale verslagen hadden.
Toch ben ik opgelucht dat het niet zover gekomen is. Vraag me niet, waarom, maar de opgewonden hysterie die Nederland steeds weer in zijn greep krijgt, is gewoon niet mijn ding.