Ze liepen, pingelden, streden
Zoals iedereen weet, volg ik het voetbal nauwgezet. PSV is de club, de Philips Sport Vereniging. Roodwitten zoals ik de jongens nog altijd noem. Twee keer verloren van Roda JC uit Kerkrade. Met moeite haalden ze zaterdag een gelijkspelletje tegen het verrassende PEC.
Hoe zonde. Na de teleurstelling van vorig jaar was het aan het begin van het seizoen nog zo fris en fruitig. Zo jong. Zo aanvalslustig. Zo vrijuit. Frivool. En wat een talent. Maar kwetsbaar, want het aantal geblesseerden is zorgwekkend.
Toch stonden zaterdag opnieuw elf spelers op het veld. Ze liepen, pingelden, streden. De eerste helft was een drama. De tweede ging beter. Maar mèt trainer Phillip Cocu zag ik het jonge volk spelen met vuur en passie.
Op de ranglijst neemt PSV na twaalf wedstrijden de vijfde plek in. Onder Feyenoord, maar boven Ajax. “Zeer teleurstellend. Geen niveau. Een zwalkende club”, vinden dezelfde kenners die een maand of wat geleden razend enthousiast waren. Hun geduld raakt op. De ploeg heeft kansen genoeg gehad. Er moet gepresteerd worden. Anders dreigen er koppen te rollen.
Donderdag speelt PSV tegen Zagreb. Komend weekend moeten we naar het altijd gevaarlijke NAC in Breda. Vers in de herinnering ligt de supportersopstand van twee jaar geleden, toen hetzelfde NAC ons versloeg. Met 3-1 nog wel.
Boze mannen stonden bij de bus. Kort daarop ontsloeg het bestuur trainer Rutten. “Schande”, oordelen de kenners doorgaans over dat soort taferelen.
Zaterdag gedroeg het PSV-publiek zich trouwens zoals het publiek hoort te zijn. Het schreeuwde zijn ploeg naar voren. Wel zag ik een wit zakdoekje zwaaien. Er was een spandoek. Blijkbaar laaide in sommige supporters al het vuurtje van de opstand.
Jammer, zeg ik. En zo onverdiend. Onnodig ook, want mèt Phillip zeg ik: “Het komt helemaal goed”.