Le Bataclan is allang doelwit
Blijkbaar is het geen nieuwswaardig feit. Wel schreef columnist Roger Cohen erover in The New York Times. Ook prof. Beatrice de Graaf meldde het. Vooropgesteld, de aanslagen in Parijs zijn erg genoeg, maar de lezer moet toch weten dat het theater Bataclan al jarenlang een doelwit is van anti-Israёlgroepen.
Staat zonder haat, zonder angst
‘Een Palestijnse staat is verder weg dan ooit’, is de kop boven een artikel op de opiniepagina van de Volkskrant. De historicus Lotfi Abdel Hamid schreef het, en de lezer kreeg wat hij verwachtte. Want het gaat over de schending van burgerrechten, bezetting, verwoesting van woningen, vernederingen. Over 700 kilometer Muur. En geweld natuurlijk, inclusief liquidaties, martelpraktijken, en veel, heel veel doden aan Palestijnse kant met name.
Om nieuwe Holocaust vóór te zijn
‘Mijn land’, is de titel van het boek dat de voormalige Israёlische minister van buitenlandse zaken Abba Eban schreef in 1972. Verkeerde titel natuurlijk, maar wel een titel die precies aangeeft waar het in het Israёlisch-Palestijnse conflict om draait. Namelijk, om twee partijen die elkaar een stuk land betwisten.
Het past in een patroon
“Israёlische media”, schrijft NRC Handelsbladcorrespondent Derk Walters, “duiden Palestijnse messengooiers aan als terroristen. Een Israёli die een Palestijn neersteekt, is daarentegen al gauw een verwarde man of een aanslagpleger”.
Wat gebeurt er dan?
Oké, het Hek wordt afgebroken. Israёl trekt zich terug achter de grenzen van 1967, heft de blokkade van de Gazastrook op, de Joodse nederzettingen op de westelijke Jordaanoever worden ontruimd. De Palestijnse vluchtelingen krijgen het recht op terugkeer.
Wat gebeurt er dan?