Om nieuwe Holocaust vóór te zijn
‘Mijn land’, is de titel van het boek dat de voormalige Israёlische minister van buitenlandse zaken Abba Eban schreef in 1972. Verkeerde titel natuurlijk, maar wel een titel die precies aangeeft waar het in het Israёlisch-Palestijnse conflict om draait. Namelijk, om twee partijen die elkaar een stuk land betwisten.
Lamayae Aharouay is boos
Ik blijf erbij, fietsend door Slotervaart ontdek je de wereld niet. Maar ik snap de journalist Max van Weezel wel, want ik deel zijn zorgen. Moslims mogen dan vooral moslims doden, bij sommigen is de bereidheid groot om juist Joden naar de andere wereld te helpen.
Het is toch wel een feitje
Moslimjongeren klagen veel over discriminatie. Het hebben van een Arabisch klinkende naam is al voldoende om die baan aan je neus voorbij te zien gaan of op straat door een agent te worden aangehouden die naar je identiteitskaart vraagt. Ook kan je in de tram zo maar worden uitgescholden. O, al die boze ogen.
Ach, 70 jaar is ook wel erg lang
Vanavond drommen weer duizenden op de Dam, rondom het Nationaal Monument. De koning in uniform, de koningin, in precies de goede jurk, zijn erbij. Om tien tellen voor acht, blaast de trompetter het Taptoe-signaal. Twee minuten stilte volgen. Ik zal er niet bij zijn. Ik ga ergens anders heen.
Als Palestijnen Israёl erkennen
Ik vraag me altijd af wat er zal gebeuren als de Palestijnse Autoriteit en Hamas officieel verklaren: “Het is goed zo. We hebben genoeg geleden. We leggen de wapens neer. Ontmantelen de raketten. Sluiten de ondergrondse gangen. We willen vrede, echte vrede voor Joden en Palestijnen. We erkennen de staat Israёl”.