Westen doet veel, maar niet genoeg
De oorlog duurt al meer dan twee weken. De bevrijdingsactie van het Russische leger blijkt vanaf de eerste dag een farce. Een contradictio in terminis. Immers, een dictatuur bevrijdt niet. Het dwingt, legt zijn wil op. Wee degenen die tegengas geven.
“Het gaat niet om Oekraïne, de democratie is in gevaar”, herhaalt de Oekraïense president Zelenski voor de zoveelste maal. Het zwaar getekende gezicht toont een leider die weet waarvoor hij vecht. Die zelfde leider zal ook teleurgesteld zijn.
Dreiging is uit wanhoop geboren
Krijgt de Oekraïense hoofdstad Kiev de Grozny-behandeling, de totale vernietiging, waarna de Russische president Poetin zich kan presenteren als de redder van het vaderland? Het ziet ernaar uit. Na de eerste inleidende acties, lijkt het offensief pas goed begonnen tegen het buurland, Oekraïne. De dappere president zegt geen keus te hebben. Immers, hij heeft te maken met een stelletje levensgevaarlijke genocide plegende democratische schurken. Nazi’s dus. Niet de schurkenstaat Oekraïne, maar het onschuldige, vredelievende Rusland wordt bedreigd.