Ha, dat wordt ruzie
De kogel is door de kerk. Geert Wilders, de onaantastbare leider van de PVV heeft een bondgenootschap gesloten met zijn Franse evenknie, Marine Le Pen van het Front National. Om op te trekken tegen de Europese Unie.
Geert Wilders wil, vertelde hij gisteren trouwens, eigen baas in eigen huis zijn. “Terug naar de natiestaat van de vorige eeuw”. De natiestaat die direct leidde tot twee verschrikkelijke oorlogen. De natiestaat die ons Hitler bracht. Ons hulpeloos maakte tegen machtiger buren.
En wat dacht u? Geert Wilders is een man die niemand naast zich en geen tegenspraak duldt. Met andere woorden, een stem op Wilders, is een stem op dictatuur.
Die Wilders dus staat voor de vorming van een groot rechts nationalistisch anti-Europees blok. Ha, ik verheug me er al op. Rechts-nationalistische partijen die samen willen werken, is nog nooit gelukt. Dat wordt ruzie. Conflict. Een totale breuk.
Is Geert een schertsfiguur?
Pas op voor Geert Wilders! Pas op voor de PVV! Vaak dacht ik al, nou komt ie. Zet ie door. Ik neem Geert serieus, al is het maar omdat hij een grote groep van ontevreden Nederlanders aan zich weet te binden.
Hij een geluid verwoordt dat in heel Europa klinkt en herinnert aan gitzwarte tijden. Niettemin drijft wel eens de twijfel boven. Zoals nù. Zet hij plompverloren het fractielid Louis Bontes uit de Tweede Kamerfractie.
Ik vraag me af: Is Geert niet toch een schertsfiguur, een politieke beunhaas die het allemaal prima vindt? Geniet van de aandacht als een vreeswekkend fenomeen? Vijftien zetels heeft hij in de Tweede Kamer. Een goed salaris.
Man, wat wil je nog meer. Je wordt al gauw te groot, trekt overambitieuze betweters aan die dreigen met iets dat ze transparantie noemen. Of erger nog: democratisering.