Herfstdag benaderde perfectie
Grijze wolken dreven door lucht, met hier en daar een straaltje licht. Het regende onafgebroken, de hele dag door. De wind blies een koude lucht. Er lagen zo veel takken op de grond dat je er gemakkelijk over struikelen kon. De winterjas hoefde nog net niet aan. Wel leek het raadzaam hem van de zolder af te halen.
Vóór de grote klimaatverandering
Het was koud gisteren. Zestien graden moet het zijn geweest. Het voelde aan als hooguit tien. Keiharde regenbuien vielen urenlang. Windvlagen pakten mijn paraplu. Doornat was ik. Nog natter was de hond.