Een voorbeeld voor politici
“Hij opereerde ietwat onwennig, een 7,5”, waardeerde de Volkskrantrecensent. Ik heb geen cijfers, maar vind wel dat pro-Zwarte Pieten en anti-Zwarte Pieten, witte en zwarte Nederlanders verplicht moeten worden een voorstelling bij te wonen van Herman Finkers’ ‘Oudejaars ’15’-conference. Tien tegen één dat ze na afloop genezen zijn.
Donkere wolken pakken samen
Misschien vervalt het land daarom in oeverloze discussies, twistgesprekken, hypes. De internationaal georiënteerde neoliberalen willen voldongen feiten, voelen de nationaalconservatieven in hun nek die het liefst de klok terug willen zetten. Het gaat om Europa, om geld, om identiteit. De burgers zijn onzeker, zijn bang. Alsof ze blind in een trein zonder remmen zijn gestapt.
‘Zwarte Piet is racisme’
Nog zie ik Quincy Gario op straat liggen. Politie zat op zijn rug. Het: ‘Zwarte Piet is racisme’ was meer dan wit Nederland kon dragen.
Inmiddels zijn we twee jaar verder. Er zijn voor- en tegenstanders. Witte, Gele, Kaas- en Roetpieten. De Raad van State vindt dat een burgemeester bij de intocht alleen moet letten op orde en veiligheid. Het Sinterklaasjournaal probeert richting te geven. Als ik het goed begrijp is de keuze tussen Nederland zoals het altijd is geweest en Nederland zoals het zou moeten zijn. Welnu, ik kies voor de laatste.
Rode Piet is volgend jaar gewoon
Zelden zo lang met Sinterklaas bezig geweest. Het begon in oktober Pauw en Witteman, toen actievoerder Quinsy Gario zich tegen Zwarte Piet keerde, en tegenover zich vond een almaar woedender Henk Westbroek, de kandidaat-burgemeester van Utrecht.
Maar niet alleen de autochtoon Westbroek was in zijn wiek geschoten. Zelden bleek de Nederlander zo beledigd. Hoe kon het ook anders? Immers, hij is tolerant, onschuldig. Met name van het verwijt dat Zwarte Piet een racistisch fenomeen is, een stereotiep, wil hij niet weten. “Ik heb daar zelfs nooit over nagedacht”, was de meest gehoorde maar wellicht niet zo sterke reactie.