Een
radicale moslem had toegeslagen, de cineast, beroepsprovocateur doorboord
met kogels, het mes vele malen toegestoken. Theo van Gogh. Held van het
Vrije Woord, moeten we hem noemen. “Moslems, geitenneukers”. Hij zag de
islam als een groot gevaar. Daadkracht is nu de harde eis. De veiligheid
moet aangesnoerd. Krachten die het gezag terug willen, doen steeds luider
van zich horen. Liberalen, democraten die niet achter kunnen blijven. Het
gist, het beeft en trilt. De lucht die zwangert. De afgrond. Het is gezegd,
geschreven. Je wordt er welhaast mee doodgegooid. De revolutie lijkt
aanstaande.
Wie
moeten we geloven? De doorgewinterde democraten. Of zijn het die anderen?
Voor
het antwoord moeten we terug.
“Aan
het Volk van Nederland”.In 1781, aan de vooravond van de Franse
Revolutie, schreef Johan van der
Capellen tot de Poll zijn beroemde pamflet, gericht tegen de Prins van Oranje
en zijn regenten die de Republiek der Verenigde Nederlanden bestuurden.
‘Weg met de Prins. Voor de macht van het volk’. Een opstand brak uit in
1787. Van der Capellen tot de Poll was al overleden. Toen snelde de koning
van Pruisen te hulp, redde de Prins, en met hem de regenten. Zij hernamen
weer hun gang. Ach, hoeveel stormen hadden ook zij al niet overleefd? Tot in 1795. Toen
dansten de Patriotten om de vrijheidsbomen. De Franse Revolutie hadden zij
meegebracht, en met hŕŕr een heuse legermacht. De Prins vluchtte.
Vier, vijf jaar
geleden nog maar stapte die andere Held van het Vrije Woord in de
voetsporen van Van der Capellen. En net als hij eiste Fortuyn de revolutie:
‘Aan het Volk van Nederland’…... Opnieuw leek de geschiedenis zich te
herhalen. De puinhopen van Paars was een frontale aanval op de toenmalige
regenten. Kiezers zagen het helemaal in hem zitten. Fortuyn. Nog zien we
hem liggen. Kogels in het hoofd.