geen
Lou - , heeft als directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogs-
documentatie
een belangrijke toon gezet in zijn ‘Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede
Wereldoorlog’. De Jong bracht de oorlog in Engeland door. Hij was
historicus, en ook de journalist die registreerde. Hij oordeelde. De
bezetter was fout. Er was verzet. Er waren goede Nederlanders. Een aantal
heulde met de vijand. Velen stonden aan de kant.
AFSTAND
De Jongs opvolger, prof.dr. H. Blom plaatste, al weer
bijna 25 jaar geleden, in 1983, vraagtekens bij de morele tendentie in het
werk van zijn voorganger. ‘In de ban van goed en kwaad’, was de titel van
zijn inaugurele rede. Afstand nemen van het goed en kwaad denken, was de
boodschap. Zou hij daarmee gepleit hebben voor een waardevrije beoefening
van de geschiedeniswetenschap? Vermoedelijk is het zelf hem niet helemaal duidelijk,
want bij zijn afscheid als directeur van het NIOD, ‘Een kwart eeuw later.
Nog altijd in de ban goed en kwaad?’, kwam hij er onlangs op terug.
Weliswaar concludeerde prof. Blom dat de historici hun verantwoordelijkheid
hebben genomen, hij erkende dat in de samenleving de behoefte toeneemt om
de wereld in goed en kwaad te verdelen. Ook anderen constateren dat de
oorlog een moreel ijkpunt blijft. Niet iedereen gelooft dat de historicus
zich daaraan kan onttrekken.
Inmiddels
lijkt De Jong verdacht. In Grijs Verleden rekende Chr. van der Heijden af
met de inkleuring die De Jong gaf aan de Tweede Wereldoorlog. Het was, aldus deze historicus, toeval
of je in het kamp van de vijand raakte.