meenemen
naar mijn jeugd. Daarin bestond een sterke hang naar het verleden. Ik
hoorde verhalen van de genocide in de Tweede Wereldoorlog , maar ook werd
er verteld over de loopgraven bij Verdun, over de slag bij Waterloo , bij
Nieuwpoort, de Engelse oorlog, zelfs de kruisiging van Christus bleef niet
onbesproken. Interessant. Zeker. Maar ook beangstigend en vooral
ontmoe-digend. Zoveel oorlogen , zoveel bloed , zoveel onbegrip, zoveel
verwoesting. Dat moest toch anders kunnen, dacht ik toen al. Al heel vroeg
ontdekte ik dat de blik beter voorwaarts gericht kon zijn. Dat het meer zin
heeft om de lijnen naar de horizon uit te tekenen dan de draden van het verleden
op te pakken.
FUTURISME
En
zo paste ik op het VWO in mijn doorstroomprofiel het Futurisme, de leer van de toekomst,
als keuzevak. Na mijn VWO ging ik naar de Universiteit en bouwde daar mijn
kennis over de wereld achter de dag van vandaag verder uit. Ik las, ik
studeerde en ik schreef. Ik publiceerde het ene na het andere artikel in
het Dagblad van Morgen en langzaam begon in mij het idee voor de oprichting
van een politieke partij te rijpen. Die partij kwam er. Het werd de Partij
van Morgen. En toen men bij de jongste coalitiebesprekingen nog één
vacature had , kwam men bij mij. Natuurlijk zei ik ja. Eindelijk was ik
daar waar ik wezen wilde. Op de plek waar ik mijn idealen zou kunnen
verwerkelijken. Waar ik zou ik kunnen nadenken over de toekomst en af zou
kunnen rekenen met het verleden. Ja, U mag mij gerust een idealist noemen.
|
|
Bericht van het Ministerie
van Morgen-11-140806
“IK BLIJF”!
“Neen,
ik peins er niet over, geen sprake van, en val me alsjeblieft niet nog eens
lastig met zo’n voorspelbare vraag. Ik had hem uit kunnen schrijven. En
alleen maar om te scoren , om de één-nul-één van Teletekst te halen. Bah”.
Woedend druk ik de journalist uit mijn mobiel. Het wordt echt te gek.
Voortdurend krijg ik de vraag of ik Schultz achterna ga, of Zalm, of Hoogervorst. Of Weisglas. Of ik
terugkeer in een nieuw kabinet? En als dat dan niet het geval kan zijn, of
ik dan een plaats in de Tweede Kamer ambieer? Irritant. Ik heb voor de
politiek gekozen. Ik blijf.
Natuurlijk
blijf ik. Geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om dit prachtige vak
vaarwel te zeggen. Ik ben de Minister van Morgen. Ik ben geen eendagsvlieg.
Ik wil de visoenen die ik heb , de idealen die ik koester uitdragen. Dat is
een roeping. En ik zal vechten voor mijn Partij van Morgen en een plaats in
de Kamer proberen te veroveren.
Om mij als Minister van Morgen beter te kunnen
begrijpen , moet ik U
|
|






ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN
COPYRIGHT 2005 GJ RITMEESTER
|
|