Natuurlijk is onze muziekcultuur sterk bepaald door
wat er in de Verenigde Sta-ten en Engeland bedacht is. Dat is niet zo raar.
Dat heeft ook veel te maken met de Tweede Wereldoorlog. Na vijf jaar van
Duitse terreur wendden wij ons af van alles wat uit het oosten van Europa
vandaan kwam , om te beginnen van de muziek uit Duitsland die juist voor de
oorlog in Nederland razend populair was.
THE BEATLES
We
omarmden na 1945 de Amerikaanse muziek, we zongen mee met The Andrew
Sisters, we droegen Doris Day op handen, we kochten net zo’n hoed als Frank
Sinatra en de koperkleur van het orkest van Glenn Miller liet nog jarenlang
de herinnering aan de geallieerde zege opklinken uit de trompetten. En
naast de muzikale American dream die ons inspon, speelde natuurlijk ook de
opkomst van de rock and roll een voorname rol. Die zette de hele
muziekwereld danig op zijn kop. Elvis Presley werd een wereldster.
En
na Presley, ach het verhaal is al zo vaak verteld, kwamen The Beatles
natuur-lijk. Was de komst van de rock and roll al een aardverschuiving, de
muziek van The Beatles betekende een revolutie. De vier mannen uit
Liverpool ontwikkel-den een sjabloon waar ook de bands van nu nog gebruik
van maken. Luister maar naar de Arctic Monkeys, naar The Kaiser Chiefs, of
naar Oasis. In feite doen ze niets nieuws. Wat ze doen, is goed, maar het
is nauwelijks nog verrassend te noemen, het is even energiek als The
Beatles waren, maar veel en veel minder melodieus en muzikaal minder
verrassend.
.